Hij werd geboren in Glasgow (Schotland) in 1961 en belichaamt nog altijd die "Smalltown Boy" waarover hij in 1984 zong met Bronski Beat.
Opgegroeid in de arbeiderswijk Ruchill beleefde hij een moeilijke jeugd die getekend werd door afwijzing vanwege zijn homoseksualiteit. De erkenning daarvan in de rechtbank kon tot 1967 nog leiden tot gevangenisstraf en andere gruwelen in Engeland en Wales. In het Schotland waarin Jimmy opgroeide, werden pas in 1982 de eerste stappen richting decriminalisering gezet.
Toen hij zijn geboortestad in 1978 verliet, was het voor hem eerder een vlucht, essentieel in zijn ogen, dan een opstap naar roem. De eerste dagen in de hoofdstad waren verre van gemakkelijk, met verlopen kraakpandjes en een onzeker bestaan.
In 1983 richtte hij Bronski Beat op samen met Larry Steinbachek en Steve Bronski. Onder een laagje electropop met disco-invloeden was hun debuutalbum "The Age of Consent" ook (en misschien zelfs vooral) een sociaal en politiek manifest. De albumhoes toont zelfs een tabel met het verschil in leeftijd van toestemming voor homoseksuelen in verschillende landen. Een echte eye-opener! Hun nummer "Smalltown Boy" (1984) is sterk autobiografisch en schetst het wanhopige vertrek van een jonge homo die geconfronteerd wordt met homofobie. In de rauwe, realistische clip voor het nummer speelt Somerville zichzelf, wat bijzonder veel indruk nalaat.
Zelfs nog vóór de afkorting gemeengoed werd, groeide het refrein al uit tot een LGBTQIA+-hymne, die rechtstreeks het familiale en maatschappelijke onbegrip aankaart dat je overkomt wanneer je je seksuele geaardheid openbaart. Op het album staan ook prachtige ballads, zoals het pacifistische "No More War", en enkele loepzuivere covers zoals "I Feel Love" van Donna Summer—een echt hymne in de homogemeenschap—of, in een heel andere stijl, "It Ain’t Necessarily So", geleend uit "Porgy & Bess" van Gershwin. Maar alvorens een tweede album werd opgenomen, trok Somerville zelf al op ontdekkingstocht naar andere oorden.
Zonder zijn engagement ooit los te laten, richtte hij daarna The Communards op, volgens een vrij gelijkaardig muzikaal en politiek recept. De band nam twee albums op en vulde het homo-repertoire aan met een nieuwe klassieker: hun versie van "Don’t Leave Me This Way", enkele jaren voordien al op de kaart gezet door Thelma Houston, één van de disco-diva's. Na de breuk in 1987 begon de zanger met de sopraanstem aan een solocarrière. Uiteraard bevatte zijn eerste soloalbum "Read My Lips" (1989) weer enkele memorabele covers zoals "You Make Me Feel" van Sylvester en "Comment te dire adieu" van Françoise Hardy, voor wie Somerville een grote bewondering heeft. "Homage", zijn zesde album, dateert al van 2015. Geschreven samen met partner John Winfield, brengen de twaalf originele tracks (dit keer geen covers) opnieuw een ode aan de discomuziek die zo belangrijk is in Somervilles leven.
En de laatste keer dat ik hem live zag, in 2019, had hij nog absoluut niets van zijn onnavolgbare falsetto verloren…
(GF with Stéphane Soupart - Picture: © Etienne Tordoir)
Foto: Portret van Jimmy Somerville backstage op het W Festival in Waregem (België) op 15 augustus 2019
Snelkoppelingen