Iran dreigt zich terug te trekken uit het Non-proliferatieverdrag, een akkoord dat het land in 1970 heeft geratificeerd.
Het verdrag verbiedt landen zonder kernwapens om kernwapens te verwerven, maar staat wel de ontwikkeling van kernenergie voor civiele doeleinden toe. Enkel de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Rusland, China en Frankrijk worden onder deze overeenkomst officieel erkend als kernwapenstaten.
Hoewel Iran het verdrag al meer dan 50 jaar naleeft, bereiden sommige parlementsleden nu een wetsvoorstel voor waarmee het land het verdrag kan verlaten.
“In het licht van de recente ontwikkelingen zullen we een gepaste beslissing nemen. De regering moet de door het Parlement aangenomen wetten uitvoeren, en zo'n voorstel is momenteel in de maak. We zullen verder afstemmen met het Parlement,” verklaarde woordvoerder van het ministerie van Buitenlandse Zaken Esmaeil Baghaei tijdens een persconferentie.
Indien Iran zich zou terugtrekken, zou het niet langer gebonden zijn aan de beperkingen van het niet-proliferatieverdrag. Dat zou het land dan in theorie in staat kunnen stellen om kernwapens te ontwikkelen. De Verenigde Staten dringen er tijdens de lopende onderhandelingen over een nieuwe nucleaire overeenkomst echter op aan dat het volledige nucleaire programma van Iran wordt ontmanteld.
Teheran wijst die eis echter opnieuw af en houdt vol dat zijn nucleaire ambities puur civiel van aard zijn. Maar een recent rapport van het Internationaal Atoomenergieagentschap (IAEA) doet anders vermoeden: het onthult dat Iran in het geheim uranium verrijkt tot niveaus die mogelijk gebruikt kunnen worden voor de ontwikkeling van kernwapens.
(GF with QG - Source: Le Figaro - Photo: © Unsplash)
Snelkoppelingen